Misdadige pausen

Vaak kiest men voor de aanval en maakt men vijanden, om te verbergen dat je zelf zwak staat
- Friedrich Nietzsche

Inleiding

De paus is onfeilbaar, maar alleen als de Heilige Geest erachter zit - Godfried Bomans

Bij de volgende biografieën van katholieke pausen beperken we ons tot díe pausen, die opvallend kwaadaardig narcistisch of psychopathisch gedrag vertoonden tijdens hun pontificaat. Het gaat hierbij om misbruik maken van macht als bestuurder van de kerk, autoritair gedrag naar ondergeschikten, grootheidswaan, pervers seksueel gedrag, hoererij, pedofilie en sodomie, initiatief en toestemming geven aan martelingen, moorden en genocide zoals de Inquisitie, godsdienstoorlogen, kruistochten, heksenvervolging en andere katholieke Heilige zaken.
Paus Pius XI en Pius XII worden in de tekst over de Jodenvervolging en de Tweede Wereldoorlog besproken.


Paus Stefanus VI (896-897)

Paus Stefanus VI(836-897) volgde in mei 896 paus Bonifatius VI op. Stefanus VI liet zijn eerdere voorganger, paus Formosus (891-896), opgraven om hem te veroordelen wegens meineed en het bewust zoeken van het pausschap. Het in ontbinding zijnde lichaam van Formosus werd op een zetel in de grote conciliezaal van het Lateraan neergezet, vastgebonden en met een pauselijk gewaad omhangen, waarna een driedaags gericht volgde om het halfvergane lichaam ter dood te veroordelen tijdens de zogenaamde kadaver-synode.

Iemand zat achter de troon om namens Formosus te spreken, terwijl Stefanus VI hem te-rechtstelde. Na het schijnproces werd het verminkte lijk van Formosus onder luid gejoel van publiek door de straten van Rome gesleept en vervolgens in de rivier de Tiber gedumpt. Het lichaam werd 'gered' door een kluizenaar. Paus Theodorus II, de opvolger van Stefanus VI, liet Formosus bijzetten in de Sint-Pieterskerk om hem eervol te herdenken. Paus Stefanus VI werd zeer gehaat door het volk in Rome. Hij werd later gearresteerd, in de gevangenis gegooid en in de zomer van 897 vermoord waarschijnlijk door aanhangers van Formosus. Paus Stefanus VI werd in augustus 897 opgevolgd door paus Romanus, die overigens in november van datzelfde jaar werd vergiftigd, net als zijn opvolger paus Theodorus II een maand later. Vergiftigen is niet iets wat je doet uit liefde zou je zeggen, dus ook deze twee pausen Romanus en Theodorus II hadden kennelijk iets op hun heilige kerfstok waardoor het vergiftigen plaats vond.

Paus Johannes XII (955-964)

Geboren als Octavianus (ca. 937-964) was de buitenechtelijke zoon van de machtige senator Alberik II van Spoleto, die geruime tijd in Rome de scepter zwaaide. Alberik zorgde ervoor dat zijn zoon tot paus werd gekozen rond de leeftijd van zestien jaar. Deze heilige paus en rokkenjager was nagenoeg analfabeet, beheerste dus ook het Latijn niet en had nooit eerder enig geestelijk werk gedaan. Deze paus was ook de kleinzoon van de manipulerende Marozia (de 15-jarige vriendin Marietje van paus Sergius III). Deze paus Johannes XII hield een bordeel binnen het pauselijk paleis en zijn hoeren werden met heilige voorwerpen betaald.

Zo castreerde en vermoorde Johannes XII een subdiaken en proostte hij regelmatig op de duivel. Hij aanbad zelfs heidense goden als Jupiter en Venus. Johannes XII zocht steun bij de koning van Duitsland, Otto I en zorgde ervoor dat deze keizer gekroond werd, nadat de keizerstroon 38 jaar vacant was geweest. Otto I beloonde hem met het Ottonianum, dat een flinke versterking van de pauselijke macht inhield. Keizer Otto I besefte echter steeds meer dat deze paus onbetrouwbaar was. Dat bleek toen Johannes achter zijn rug betrekkingen trachtte aan te knopen met zijn vijand, de keizer van Byzantium. Daarom liet Otto I deze paus afzetten en eiste dat voortaan geen paus meer verkozen werd zonder zijn goedkeuring. Paus Johannes XII ontsnapte echter, ging er met het geld van de kerk en een geliefde vandoor, voordat hij in 963 kon worden afgezet door Otto I. Na Johannes' ontsnapping nam hij weer plaats op de pauselijk troon van de nieuwe paus Petrus. Johannes stierf enige tijd later in 964, naar verluidt in het bed van een getrouwde vrouw, vermoord door haar jaloerse man.

Paus Bonifatius VII (?-985)

Geboren als Franco Ferrucci was een tegenpaus (974, 984-985). Hij zou zijn voorganger, Benedictus VI (973-974), ter dood hebben laten brengen door wurging. Een volksopstand dwong hem in 974 naar Constantinopel te vluchten waarbij hij een grote hoeveelheid waardevolle goederen meenam. In 984 keerde hij terug en zette de in zijn absentie gekozen Johannes XIV (983-984) gevangen in kasteel de Engelenburcht waar deze vier maanden later stierf door mishandeling, ondervoeding en vergiftiging. Na een korte periode als paus werd Bonifatius uiteindelijk in juli 985 vermoord. Zijn naakte lichaam werd vervolgens door de straten van Rome gesleept en zwaar toegetakeld door de bevolking.

Paus Benedictus VIII (1012-1024)

Geboren als Theophylactus van Tusculum (? -1024), was door omkoping (simonie: koop of verkoop van de Heilige Stoel) paus geworden. Hij was afkomstig uit het huis van Theophylactus en was de zoon van Gregorius, graaf van Tusculum. "Hij liet een aantal Joden ter dood brengen op grond van godslastering, dat wil zeggen lastering van Jezus. Hij gaf de Joden de schuld van een orkaan en een aardbeving. Bij veel nonnen en twee van zijn jonge nichten verwekte hij talrijke kinderen (Gilst, 2013)." Zijn gezag werd betwist door tegenpaus Gregorius VI. In 1014 kroonde hij Hendrik II (een gewetenloze moordenaar) tot keizer en Benedictus leidde samen met hem een veldtocht tegen de christelijke Byzantijnen in Zuid-Italië. In 1018 hield hij het Concilie van Pavia tegen de simonie (waar hij eerder zelf gebruik van had gemaakt) en het huwelijk van geestelijken (hij had immers geen huwelijk nodig om kinderen te verwekken).

Paus Benedictus IX (1032-1048)

Geboren als Theophylactus III van Tusculum (1012-1085) was paus van 1032 tot 1044, van 1045 tot 1046 en van 1047 tot 1048. Hij was de jongste paus ooit. Hij was mogelijk 12 jaar toen hij voor de eerste keer paus werd, volgens andere bronnen 18 jaar of ouder. Zijn vader Alberich zou het Petrusambt na de dood van paus Johannes XIX voor zijn zoon door simonie verkregen hebben rond 1032. Keizer Koenraad II erkende Benedictus IX als rechtmatig verkozen paus.

"Het gedrag van Benedictus IX was nog ernstiger gestoord dan bijvoorbeeld paus Johannes XII. Volgens tijdgenoten bestond zijn leven uit roof, moord en smaden. Kerkelijke bronnen betichtten hem van het bezweren van demonen en het omgaan met de duivel (Gilst, 2017)." In september 1044 werd hij, in verband met zijn extreme gedrag, door de bevolking van Rome verdreven. In januari 1045 werd Johannes van Sabina tot paus Silvester III uitgeroepen, maar in maart had Benedictus IX alweer vaste voet in Rome. Silvester III werd naar zijn oorspronkelijke bisschopszetel in Sabina verdreven. Blijkbaar kon Benedictus IX de orde desondanks niet meer herstellen, zodat hij besloot zijn ambt op 1 mei 1045 voor (1000 tot 2000 pond) zilver te verkopen aan zijn peetoom Gregorius VI en daarmee voor de tweede keer paus-af te zijn.

Medio 1045 liepen er in Italië dus drie pausen rond. Onder inwerking van de hervormingsbeweging van Cluny, die in de 11e eeuw pleitte tegen simonie en nicolaïsme (niet eerbiedigen celibaat) besloot Hendrik III, sinds 1046 keizer, schoon schip te maken. Onder zijn aanwijzingen kwam de Synode van Sutri op 20 december 1046 in Sutri bijeen, waar de pausen Silvester III en Gregorius VI beiden werden afgezet. Op de vervolgzitting van 23 en 24 december in Rome werd ten slotte ook Benedictus IX afgezet. Op de synode werd Hendrik III het privilege toegekend om kandidaten te benoemen. De afzetting van Benedictus IX werd onmiddellijk gevolgd door de benoeming van paus Clemens II. Een dag later kroonde de nieuwe paus Hendrik III en zijn echtgenote Agnes van Poitou tot keizer en keizerin. Om kort te gaan: een chaos van aanstellen en afzetten van pausen.

Na de dood van Clemens II op 9 oktober 1047 trok Benedictus IX met de hulp van markgraaf Bonifatius III van Toscane en een leger Rome binnen en riep zich uit als de rechtmatige paus. Het ingrijpen van keizer Hendrik III door de benoeming van Poppo van Brixen tot paus (Damasus II) had in eerste instantie geen gevolg, omdat Poppo er niet in slaagde Rome binnen te trekken. Om de dreiging van een keizerlijke veldtocht tegen de markgraaf van Tuscië af te wenden, moest Bonifatius Poppo van Brixen naar Rome brengen. Op 16 juli 1048 trok Damasus II Rome binnen. Daarop was Benedictus IX zijn ambt (voor de derde keer sinds 1044) kwijt. Onduidelijk is waarom hij in 1048 besloot van de pauselijke troon af te zien. Gespeculeerd wordt dat hij geld zou hebben gekregen. Andere bronnen beweren dat hij uit schaamte voor zijn losbandige leven afstand van het pausdom deed.

Paus Gregorius IX (1227-1241)

Geboren als Ugolino di Segni (1170-1241) stamde uit de machtige Romeinse familie van de graven van Segni. Hij was bovendien een neef van paus Innocentius III. Al jong trad Ugolino in dienst bij de pauselijke curie. Hij had in Parijs theologie gestudeerd en nadien kerkelijk recht, waarschijnlijk in Bologna. Hij was achtereenvolgens pauselijk legaat (afgezant) en pauselijk kapelaan. Innocentius III benoemde hem in 1198 tot kardinaal van Ostia.

Op 19 maart 1227 werd hij tot paus gekozen. Gregorius IX bemoeide zich in het bijzonder met het canonieke recht. Hij belastte de Spaanse jurist Raymundus van Penafort, een dominicaan, in 1230 met de opdracht een kerkelijk wetboek samen te stellen uit de duizenden decretalen van zijn voorgangers en hemzelf. In 1234 leidde dit tot de publicatie van de Decretales Gregorii IX, ook bekend onder de betiteling Liber Extra.

Gregorius IX raakte onder de indruk van Franciscus van Assisi en steunde de orde van de Franciscanen en de Clarissen. Hij had zelfs franciscaan willen worden. In 1220 werd hij op vraag van Franciscus kardinaal-protector van de orde en hij werkte mee aan de Nieuwe Regel. Belangrijk voor de verdere ontwikkeling van het franciscanisme was zijn bulle Quo elongati van 1230, waarmee hij het Testament van Franciscus als niet verplichtend verklaarde. Op 19 juli 1228 verklaarde hij Franciscus heilig, reeds anderhalf jaar na zijn dood, wat ongewoon snel was. Nog sneller, minder na een jaar na zijn dood, verklaarde hij op 30 mei 1232 de franciscaan Antonius van Padua heilig.

Gregorius IX is bekend vanwege een bul tegen de hekserij, die hij uitvaardigde op 13 juni 1233, getiteld: Vox in Rama ("De stem in de kikker"). Deze bul ging over duivelsverering die zou plaatsvinden in vergaderingen van heksen. Duivels en heksen moesten volgens Gregorius IX door de Inquisitie berecht worden. Gregorius IX legde zo de basis voor de eeuwen durende heksenvervolging. Gregorius IX verbood de Joden in 1233 christelijk dienstpersoneel te nemen. Veel wreedheden en agressie tijdens de vijfde en zesde kruistocht was voor deze paus geen enkel probleem want deze paus riep op tot deze strijd met de woorden: 'Wees niet bang en wijk niet voor de ongelovigen. Want het is niet uw strijd maar die van God'.

Gregorius IX zorgde ervoor dat de volledige uitvoering van de Inquisitie aan de franciscaner monniken werd toevertrouwd, de Inquisitie als kerkelijke rechtbank waarbij elk middel was geoorloofd om de ongelovige tot een bekentenis te dwingen. Het aantal martelwerktuigen was immens in de tijd van deze paus. De straffen die werden opgelegd waren onder andere excommunicatie, ascese, geldboetes, uitsnijden van de tong, dwangarbeid of de dood door onthoofding. In 1235 zorgde deze paus ervoor dat de Inquisitie van de bisschoppen overging naar de dominicanen, eerst in het gebied van Milaan maar later ook in andere gebieden. Deze geloofsrechtbanken kregen het predicaat 'heilig' en hun taak was duidelijk in naam van God en de paus, het volledig uitroeien van alles en iedereen die zich niet hielden aan het ware katholieke geloof.

De beruchte inquisiteur Konrad von Marburg, een inquisiteur die in 1212 80 Waldenzen naar de brandstapel had verwezen, gaf gehoor aan de wrede adviezen van deze heilige paus Gregorius namelijk om 'het onkruid van de akker des Heren' uit te roeien, en dat was Konrad wel toevertrouwd. "In 1230 veroordeelde paus Gregorius IX in zijn decretales (Quinque libri decretalium) het afzien van de voortplanting door Kartharen niet meer als ontucht maar als moorddelict, wat consequenties zou hebben voor de bestraffing (Gilst, 2013)." Deze paus maakt zich ook erg druk over de verering van duivels, die volgens hem een menselijke vorm kunnen aannemen en zich vertonen bij heksen.

Deze paus Gregorius was betrokken bij de vijfde en initiatiefnemer van de zesde kruistocht. Hij excommuniceerde de Duitse Keizer Frederik II omdat hij deze laatste kruistocht steeds uitstelde. Deze keizer ging uiteindelijk op kruistocht en sloot bij aankomst in Palestina een overeenkomst met de Egyptische sultan en liet zich tot koning van Jeruzalem kronen. In de tussentijd probeerde Gregorius de macht (diplomatiek en militair) van Frederik II te ondermijnen.

Paus Innocentius III (1198-1216)

Geboren als Lotario dei Conti di Segni (1160-1216), was paus van 8 januari 1198 tot zijn overlijden op 16 juli 1216. Innocentius III wordt vrij algemeen gezien als een van de machtigste, megalomane en invloedrijkste pausen in de geschiedenis van het pausdom. Hij was door zijn oom Clemens III tot kardinaal benoemd en had met 37 jaar het tot het hoogste ambt binnen de katholieke kerk gebracht. In 1195 schreef hij een stuk over de verachting van de wereld. Innocentius was extreem belust op macht en breidde de macht van de katholieke kerk dan ook opvallend uit. Hij bemoeide zich met de troonstrijd in Duitsland, wat met veel moorden gepaard ging. Geloof en moraal waren voor hem minder belangrijk dan de uitbreiding van zijn macht en hij zorgde ervoor dat bekenden van hem lucratieve ambten kregen.

"Een uitspraak van hem is: 'Iedere geestelijke moet de paus gehoorzamen, zelfs als hij het kwade beveelt; want niemand kan over de paus oordelen' (Gilst, 2017)." Hoe megalomaan is zo'n uitspraak? Volgens hem verdiende iedereen die de paus niet gehoorzaamde de doodstraf te krijgen. Hij bleek een groot leugenaar maar andere die logen kregen extreme straffen (meten met twee maten). "Paus Innocentius organiseerde in 1215 een groots opgezet Lateraans concilie met rond de tweeduizend bisschoppen, abten en gevolmachtigden van wereldheersers, een puur paussynode, die even duidelijk de pauselijk macht demonstreerde als de betekenisloze rol van het episcopaat (Küng, 2004)." "Innocentius verkoos de titel 'plaatsvervanger van Christus' (vicaris Christi) boven het gebruikelijke 'plaatsvervanger van Petrus' dat voor elke bisschop en priester tot aan de twaalfde eeuw had gegolden: hij claimde voor zichzelf een plaats tussen God en de mensheid in (Küng, 2004)." Het is overduidelijk dat deze paus Innocentius III een megalomane narcist is die zichzelf zo verheven vindt boven het gepeupel dat hij direct onder God ressorteert (in ieder geval volgens hemzelf).

Onder paus Innocentius begonnen de uitroeiingsoorlogen tegen de Albigenzen, een groep van de Katharen die omstreeks 1135 in de omgeving van Toulouse opdook; daarover zijn vele documenten bewaard gebleven. "Innocentius had de ketterjagers aangemoedigd met de woorden: 'Gij zult ernaar streven het ketterse ongeloof op elke wijze en met alle middelen, die God u zal openbaren, te vernietigen. God zou de oorlog gewild hebben' (Gilst, 2017)."

Hij beweerde de suprematie te hebben boven alle Europese koningen. Innocentius III valt verder op door zijn gebruik van interdicten en andere censuur om wereldlijke heersers te dwingen om zijn pauselijke beslissingen te gehoorzamen. Een van Paus Innocentius' meest verreikende beslissingen was het organiseren van de Vierde Kruistocht (1202-1204). Oorspronkelijk bedoeld om het door moslims gecontroleerde Jeruzalem te heroveren door middel van een invasie door Egypte, leidde een reeks van onvoorziene omstandigheden ertoe dat de kruisvaarders naar Constantinopel kwamen, welke stad in 1204 onder leiding van de bejaarde Venetiaanse doge Enrico Dandolo werd aangevallen en geplunderd. Innocentius III is ook bekend door zijn 20 jaar lange strijd tegen de Katharen. "Een verschrikkelijke oorlog met bestiale wreedheden die leidde tot uitroeiing van hele bevolkingsgroepen en betekende een diskwalificatie van het kruis en een aanfluiting van alle christelijke waarden (Küng, 2004)."

Maar kennelijk waren christelijke waarden voor deze paus totaal niet van belang. Innocentius III was volledig verantwoordelijk voor de Eerste Albigenzische Kruistocht, het uitroepen van de dramatisch verlopen Vierde Kruistocht en Vijfde Kruistocht. Hij stichtte de Orde van de Zwaardbroeders voor de Noordelijke Kruistochten. Tijdens zijn beleid vond de befaamde Kinderkruistocht plaats. Hij excommuniceerde de Engelse koning Jan zonder Land, dwong de Franse koning Filips II Augustus zijn vrouw Ingeborg, van wie hij gescheiden was, weer terug te nemen en slaagde er ook in om de Duitse keizer Otto IV afgezet te krijgen. Het pontificaat van Innocentius III ondermijnde door zijn machtspolitiek, die naast een serie kerkelijke dwangmiddelen als ban en interdict ook met list, bedrog en afpersing opereerde, voorgoed het vertrouwen in de Heilige Stoel. Hij had zich echter volledig waargemaakt als psychopaat naar de wereld toe.

Paus Bonifatius VIII (1294-1303)

Geboren als Benedetto Gaetani (1235-1303). Hij is een van de bekendste middeleeuwse pausen, was een jurist en een energieke maar een zeer megalomaan persoon. Zijn claim op de hoogste positie binnen Europa bracht hem in ernstig conflict met Filips de Schone van Frankrijk. In 1281 werd Bonifatius kardinaal. In 1294 volgde hij de geabdiceerde paus Celestinus V op toen het conclaaf hem al na elf dagen tot paus koos.

"Deze paus hield ervan zich met pracht en praal, met tiara of kroon als heer van de wereld te laten zien. In zijn eerste belangrijke bul Clerisis laicos infestos (De leken staan vijandig tegenover geestelijken) verklaarde hij dat de paus het alleenrecht had op belastingheffing van de clerus, betwistte de koninklijke jurisdictie over de geestelijkheid en bedreigde Frankrijk en Engeland met de kerkban. In 1300 ensceneerde hij pompeus het eerste Heilige Jaar met een jubileumaflaat en rijke inkomsten voor de steeds meer geld verslindende curie (Küng, 2004)."

"Om moeilijkheden (vooral van de zijde van de Spiritualen) te voorkomen, liet Bonifatius VIII zijn voorganger, de 85-jarige Coelestinus, gevangen zetten en verhongeren, en zei toen hij zijn pauselijke troon besteeg in zijn grootheidswaan: 'In ben Caesar, ik ben keizer'. In zijn bul bepaalde hij: 'Aan de Roomse pontifex moeten alle koningen der christenheid onderwor-pen zijn zoals aan de Heer Jezus Christus zelf'. (Gilst, 2013)." Hiermee werd de weg vrijgemaakt om ketters, heksen en andersdenkenden op de brandstapel te laten vermoorden nadat de kerk zich eerst had verrijkt aan het geld en bezittingen van de door God veroordeelden. Onder zijn pauselijk macht vond een Jodenpogrom plaats in het Frankenland.

Bonifatius had een getrouwde maîtresse en was pedofiel. Hij vond dat hoererij, echtbreuk en pedofiel ontucht geen zonden kunnen zijn omdat God mannen en vrouwen daarvoor had geschapen. Daarom ontkende hij ook de maagdelijkheid van Maria. Vijf bekenden werden door hem als kardinaal benoemd en hij zorgde goed voor zijn familie, door gelden van een kruistocht die werd afgelast. Verder deed hij alles om aan geld en bezittingen te komen, de moraal speelde voor hem totaal niet.

"De invloedrijke schrijver Dante Alighieri verdoemde Bonifatius VIII in zijn Divine Commedia tot de hel en in zijn politieke getuigenis De monarchia (± 1300) ontzegde hij aan het pausdom elke wereldlijke autoriteit (Küng, 2004). " Filips IV reageerde op een eerdere bul door de paus te beschuldigen van moord op zijn voorganger, waarop deze hem in 1303 excommuniceerde.

Daarop besloot koning Filips de paus gevangen te nemen; Guillaume de Nogaret kreeg opdracht daartoe. Samen met Sciarra Colonna, uit de familie waarmee de paus ruzie had, trok hij naar Anagni. Bonifatius werd gevangengenomen maar kwam al snel terug vrij, hij stierf echter een maand later. Na Bonifatius' dood werd op aandringen van de Franse koning een proces tegen hem geopend wegens ketterij. Het Concilie van Vienne (1311-1312) besloot echter dit proces niet voort te zetten.

Paus Johannes XXII (ca. 1316-1334)

Geboren als Jacques Duèze (ca. 1249-1334), was de tweede en belangrijkste van de reeks pausen die te Avignon verbleven, en een van de weinige pausen die ooit van ketterij werden beschuldigd. Eerst was hij bisschop van Fréjus (1300), daarna van Avignon (1310), en hij werd vervolgens bevorderd tot kardinaal (1312) onder zijn voorganger Clemens V.

Na een sedisvacatie (toestand onbezette zetel bisschop) van meer dan twee jaar, werd hij op 7 augustus 1316, na een bijzonder lastige en ingewikkelde verkiezingsprocedure, tot paus verkozen, met de steun van de toekomstige koning Filips V van Frankrijk en van koning Robert van Napels. De 67-jarige kardinaal Duèze leek een compromisfiguur: gezien zijn leeftijd en zijn zwakke gezondheid dachten zijn kiezers dat hij slechts een overgangspaus zou zijn.

In werkelijkheid duurde zijn pontificaat achttien jaar. "Paus Johannes XXII die geen tegenspraak duldde, verklaarde in zijn bul Cum inter nonnullos (1323) dat Jezus en de apostelen geen leven in armoede hadden geleid en hij liet 114 Franciscanen verbranden die dit hadden tegengesproken. Hij was een der rijkste mannen van Europa; zijn hofhouding bestond uit 300 tot 400 personen.

Hij was de drijvende kracht in het proces tegen de tempeliers en omgaf zich met waarzeggers en tovenaars (Gilst, 2013)." Deze heilige Johannes verdiende veel geld met aflaten en besteedde het merendeel van zijn kerkgeld aan oorlogen. Hij was, zonder erbij aanwezig te zijn, de initiator van lange en bloedige oorlogen. Hij liet bisschop Hugo van Cahors, nadat hij nog maar een jaar paus was, opsluiten, martelen en verbranden. En dat allemaal omdat de heilige Johannes haat koesterde tegen deze bisschop. Met de franciscaan Bernard Delicieux deed hij hetzelfde omdat deze monnik kritiek had op de Inquisitie. Verder werd hij ervan beticht in Avignon een bordeel te houden.

Paus Urbanus VI (1378-1389)

Geboren als Bartolomeo Prignano (1318-1389), werd in 1363 aartsbisschop van Acerenza, en daarna vanaf 1377 aartsbisschop van Bari en cancellarius van paus Gregorius XI. Toen deze laatste in 1378 overleed, kwam het Romeinse volk op straat en eiste dat er eindelijk weer eens een Romein of op zijn minst een Italiaan tot paus zou worden verkozen.

De Italiaanse kardinalen waren echter stuk voor stuk veel te oud om nog in aanmerking te komen. Geconfronteerd met het ronduit agressieve volk opteerden de radeloze kardinalen uiteindelijk, na een turbulent conclaaf van drie maanden, voor iemand buiten hun kring. Hun keuze viel op de zachtmoedige, onopvallende en gemakkelijk te beïnvloeden Bartolomeo Prignano, de laatste niet-kardinaal die tot paus werd gekozen.

De kardinalen hadden gedacht Urbanus VI ertoe te kunnen bewegen hun hartenwens te ver-vullen en naar Avignon in Frankrijk terug te keren, maar hadden al spoedig redenen te over om hun beslissing Urbanus VI als paus benoemd te hebben te betreuren. "Urbanus VI, vertoonde al gauw na zijn verkiezing een dergelijke mate van onvermogen, grootheidswaanzin en zelfs geestesziekte dat er ook volgens traditionele canonieke opvattingen gronden voor automatisch verlies van het ambt waren (Küng, 2004)." Eenmaal op de troon, verheven boven de adellijke kardinalen die hem vroeger nooit hadden zien staan, ontpopte Urbanus VI zich al snel tot een kwaadaardige tiran die razend tekeerging en niet voor lijfstraffen terugschrok. De alcoholist Urbanus VI beledigde reeds op de dag van zijn kroning schaamteloos vele bisschoppen en prelaten en noemde kardinaal Orsini een domkop.

De overwegend Franse kardinalen, vreselijk geschrokken, zetten nu een catastrofale ketting van gebeurtenissen in gang door hun toevlucht te nemen tot een drastische en ongehoorde ingreep: ze verklaarden dat ze door het Italiaanse volk onder zware druk waren gezet en daardoor een verkeerde beslissing hadden genomen, trokken openlijk de geldigheid van Urbanus' verkiezing - en dus hun eigen handelingen - in twijfel, en kozen nog datzelfde jaar 1378 een tegenpaus, Clemens VII. Deze vertrok onmiddellijk met zijn volgelingen naar Avignon, de wereld berichtend dat hij de enige echte paus was. Urbanus VI wist zich echter te handhaven. De christelijke wereld werd nu gedwongen te kiezen. Frankrijk, Spanje en Portugal schaarden zich achter Clemens VII; Italië, het Heilige Roomse Rijk, Vlaanderen en Engeland achter Urbanus VI. Door deze situatie ontstond het zogenaamd Westers Schisma.

De introductie van de tegenpaus Clemens VII maakte Urbanus VI nog opvliegender. Hij vervolgde kardinalen en mensen die tegen hem waren. Hij zette deze mensen vast en besloot ze te mishandelen. Zo liet deze paus in 1385 zes purperdragers in een kuil werpen waar ze werden prijsgegeven aan honger, kou en wormen en liet hen daarna folteren met de methoden van de Inquisitie; ten slotte liet hij hen de marteldood ondergaan. Urbanus VI klaagde erover dat hij niet genoeg geschreeuw hoorde toen zijn kardinalen werden gemarteld.

Paus Johannes XXIII (ca.1410-1415)

Eigenlijk Balthasar Cossa (ca. 1370-1419), was tegenpaus van 1410 tot 1415. Johannes XXIII was een Italiaan, afkomstig uit Napels. Aanvankelijk was hij officier in het leger van paus Bonifatius IX. Pas later werd hij geestelijke. In 1402 werd hij benoemd tot kardinaal. In deze hoedanigheid zat hij het Concilie van Pisa voor (1409), dat bedoeld was de eenheid van de kerk te herstellen.

Middeleeuwse historici berichten van ongelooflijke schanddaden van deze paus Johannes. Deze paus was schuldig aan willekeurige misdaden zoals aan moord, woekeren, zeeroverij en afpersing. Als Kardinaal in Bologna had hij met 200 maagden, nonnen en getrouwden seksuele affaires. Ook als paus verleidde en misbruikte hij maagden en nonnen en pleegde overspel met de vrouw van zijn broer en leefde met de zuster van de kardinaal van Napels samen.

Hij maakte zich ook schuldig aan sodomie en andere pedofiele praktijken. Hij kocht zich in als paus en verkocht kardinaalsfuncties aan kinderen van rijke ouders. Jonge geestelijken benoemde hij in ruil voor hun liefdesdiensten tot abt van rijke kloosters. Op weg naar het concilie van Konstanz zou hij in Bologna 300 nonnen onteerd hebben in ruil voor een aflaat.

Paus Pius II (1458-1464)

Geboren als Enea Silvio Piccolomini (1405-1464). Enea Silvio Piccolomini werd geboren op 18 oktober 1405 in een klein dorpje genaamd Corsignano. Enea groeide op in een arm gezin, waardoor hij zijn hele jeugd op het land mee moest werken. Hij kreeg alleen elementair basisonderwijs van zijn dorpspriester Pietro. Enea vertoonde echter zo'n intelligentie en scherpzinnigheid dat hij door zijn verre familieleden Bartolomea en Niccolò Lolli werd opgenomen in hun huishouden. Enea ging studeren aan de universiteit van Siena op twintigjarige leeftijd. " 'Wanneer u een vrouw ziet, denk dan dat ze duivel is, zij is een soort hel', aldus deze paus Pius II, vader van twee kinderen die, zich beroepend op Augustinus, verklaarde dat de kerk niet kan bestaan zonder een geordend bordeelwezen (echter niet voor Joden, Turken of heidenen) (Gilst, 2017)."

Hij stond bekend als vader van vele onwettige kinderen en maakte uitgebreid reclame hoe men vrouwen kon verleiden tot seks en spoorde jonge mannen aan dit te doen naast het geven van instructies over immoraliteit. Deze paus schreef in zijn jeugd erotische stukken, schminkte zich als een vrouw en droeg een kroon die 200.000 dukaten had gekost. In een bul van 7 oktober 1462 drong hij erop aan de Joden van de stad Frankfurt uit de nabijheid van de dom te verwijderen en hun synagoge naar een ander, afgelegen deel van de stad te verplaatsen, aangezien ze het christelijk geloof zouden beledigen. Deze paus liet vele valse documenten maken zoals de Vita (levensbeschrijvingen) van heiligen. Velen van deze thans nog vereerde mensen kunnen geen aanspraak maken op historiciteit: heiligen of schijnheiligen? Pius II vergrootte de kerkelijk staat door zijn vijanden te bestrijden en trachtte, vergeef, een nieuwe kruistocht tegen de Turken tot stand te brengen (Gilst, 2017)."

Paus Paulus II (1464-1471)

Geboren als Pietro Barbo (1417-1471). Hij was kardinaal-nepoot van paus Eugenius IV en de oom van de later als kardinaal benoemde Marco Barbo, Giovanni Battista Zeno en Giovanni Michiel. "Deze paus raakte opgewonden bij het folteren in de staatsgevangenis van naakte mannen voordat hij 'het' met zijn lustknapen deed en dreef de spot met Joden. Dit ijdele hoofd van de christelijkheid, die een tiara droeg die volgens tijdgenoten de waarde van een paleis overtrof, liet een peperduur paleis voor zichzelf bouwen, het tegenwoordige Palazzo Venezia, waartoe hij zelfs antieke gedenktekens en het Colosseum plunderde. Hij benoemde drie verwanten tot kardinaal en overleed door 'mors in paedicatio', de dood bij het verkeer tussen mannen (Gilst, 2017)."

Paus Sixtus IV (1471-1484)

Geboren als Francesco della Rovere (1414-1484), was paus van 1471 tot 1484. Hij was de eerste vertegenwoordiger van het sterk verwereldlijkte renaissancepausdom. Sixtus was een man van bescheiden afkomst, maar een begaafd redenaar en schrijver. Hij was generaal van de Franciscanerorde en was professor aan zes Italiaanse universiteiten. Paulus II benoemde hem in 1467 tot kardinaal. "Een bul van deze paus Sixtus IV van 1 november 1478 stond toe in Spanje een nationale Inquisitie in te voeren, wat tot gevolg had dat er op 6 februari te Sevilla zes marranen werden vermoord (Gilst, 2017)."

In de tijd van de renaissance nam de verwereldlijking van de kerk sterk toe. Paus Sixtus IV liet als renaissancepaus niet alleen de Sixtijnse kapel bouwen, maar stichtte bovendien in 1471 een bordeel waarvan de 'dames' hem jaarlijks 20.000 gouden dukaten moesten betalen.

" Zijne heiligheid die van orgieën hield, stond tegen bijbetaling ook knapenliefde toe. Hoewel hij de maagdelijkheid van Maria hoog in het vaandel had geschreven en in 1476 met zijn bul Cum praecelsa het reeds op sommige plaatsen gevierde feest van de onbevlekte ontvangenis voor alle kerken instelde, kon hij niet nalaten z'n zusters en dochters te bespringen (Gilst, 2017)." Door nepotisme en wanordelijk beleid uitgeput, werd de pauselijke schatkist aangevuld door nieuwe middelen, die sterk verzet uitlokten; verhoogde premies voor het verkrijgen van prebenden, het koopbaar maken van ambten (simonie) en het uitschrijven van nieuwe aflaten. Paus Sixtus IV was betrokken bij een complot om Lorenzo de Medici te vermoorden. Hij gebruikte zijn pausdom om zichzelf en familie en relaties te verrijken.

Zo zorgde hij op kosten van de kerk voor een hele schare van neven en gunstelingen en verhief acht familieleden tot het kardinaalsambt (sommige nog pubers), waaronder zijn neef Pietro Riario, een van de meest schaamteloze losbollen van de Romeinse curie, die al met achtentwintig jaar aan zijn ondeugden bezweek. Paus Sixtus IV leefde in alle luxe en vermaakte zich uitbundig als een soort Caesar in zijn paleis.

Paus Innocentius VIII (1484-1492)

Geboren als Giovanni Battista Cibo (1432-1492). Zijn naam is verbonden aan de instelling van de heksenvervolging. Hij werd na een roerig studentenleven in 1467 bisschop van Savona en in 1473 kardinaal. In een turbulent Rome wist hij zich op 29 augustus 1484 tot opvolger van paus Sixtus IV te laten kiezen. Door de slechte financiële situatie die voorgaande paus Sixtus had nagelaten, moest hij nu eens zijn mijter, dan weer zijn tiara in onderpand geven bij de Romeinse bankiers. Net als zijn voorganger verkocht hij ambten aan de meestbiedenden en dat waren niet noodzakelijk de meest onbaatzuchtigen.
Veel van dat geld ging naar kunstenaars.

Zo liet hij het Belvédère van het Vaticaan bouwen. Ook zijn deelname aan de Napolitaanse Baronnenoorlog (1485-1486) en de huwelijksfeesten van zijn kinderen en kleinkinderen kostten veel geld: zijn zoon huwde met een dochter van Lorenzo il Magnifico, die in 1489 haar 14-jarige broertje Giovanni de' Medici (de latere Leo X) door haar Innocentius tot kardinaal liet benoemen als beloning voor zijn seksuele diensten. Innocentius had 16 kinderen verwekt bij verschillende getrouwde vrouwen en vergreep zich aan zijn acht dochters. " Hij erkende zijn buitenechtelijke kinderen publiekelijk en vierde hun huwelijken met pracht en praal in het Vaticaan (Küng, 2004)." Innocentius was ziekelijk, onzelfstandig en niet hervormingsgezind. Het boek van de humanist Pico della Mirandola "De dignitate hominis" werd in 1486 veroordeeld, evenals diens project voor een wereldcongres van filosofen.

Hij breidde het aantal kerkelijke bureaus uit en verkocht ze voor veel geld. Hij vaardigde de vernietiging uit van de Waldenzen door een leger naar hen toe te sturen. Hierbij kwamen meer dan 3000 Waldenzen, waaronder 400 kinderen, bij om het leven. Innocentius VIII verbond zijn naam aan een van de opvallende fenomenen van die tijd: de heksenvervolging. In 1484 had hij met zijn bul Summis desiderantes affectibus hiertoe het licht op groen gezet. De bul omschreef tot in detail hoe de schuldigen moesten worden gevonden, hoe de processen moesten worden gevoerd en welke straffen moesten worden voltrokken. Twee dominicanen, Heinrich Institor (Kraemer) en Jakob Sprenger, zagen in deze bul een vrijbrief voor hun Malleus maleficarum, de "Heksenhamer" die in 1486 verscheen. Op grond van dit werk meenden velen dat er actief naar heksen gespeurd moest worden.

Paus Alexander VI (1492-1503)

Geboren als Roderic Llançol i Borja (1431-1503). Op zijn 25ste had zijn oom, de paus, hem aangesteld als kardinaal-diaken en vice-kanselier van de Rooms-Katholieke Kerk en later benoemd tot bisschop van Valencia. Paus Sixtus IV wijdde hem tot bisschop van Portus. Alexander VI had een maîtresse: Vannozza dei Cattanei (1442-1518) dochter van een kardinaal.

Toen Borgia paus Alexander VI werd, erkende Vanozza dat ze de moeder was van zijn vier nog in leven zijnde kinderen Juan, Cesare, Joffre en Lucrezia. Alexanders zoon Cesare, geboren in 1475 en gestorven in 1507, werd op zijn 6de apostolisch protonotarius en later bisschop van Pamplona. Toen zijn vader paus werd, benoemde deze hem in 1493 (op zijn 18de) tot kardinaal. Alexander kocht het pontificaat en zorgde tegen betaling voor aanstellingen als kardinaal en had diverse onwettige kinderen die vaak tot hoge heilige ambten werden benoemd en dat terwijl ze soms nog puber waren.

De paus beleefde een persoonlijk drama: zijn lievelingszoon Juan werd in de nacht van 14 op 15 juni 1497 vermoord. Alexander beschouwde de moord als een straf uit de hemel en beloofde zijn leven te beteren en de katholieke kerk te hervormen. Enige weken later troostte Giulia Farnese hem door hem een zoon te schenken die hij ook Juan noemde - en die hem zijn goede voornemens deed vergeten. Girolamo Savonarola, die zich tot taak had gesteld hem aan zijn beloften te herinneren, werd het zwijgen opgelegd op 23 mei 1498 door hem op de Piazza della Signoria (Florence) op de brandstapel te vermoorden.

Alexander VI wordt de meest corrupte renaissancepaus genoemd. "Trouweloosheid, wreedheid, moord, roof, incest en andere schaamteloosheden kwamen voor aan het hof van de heilige paus Alexander VI waar bovendien waardigheden, eer, echtscheidingen en vele andere zaken te koop waren (Gilst, 2017)." Alexander VI stond bekend als rokkenjager en lijder aan syfilis en volgens bronnen had hij op 12-jarige leeftijd al een moord gepleegd. Hij heeft zijn hele leven zich als paus verrijkt door de handel in ambten en aflaten. Hij was bandeloos, hebzuchtig en had een zeer laaghartige mentaliteit. Hij liet kardinalen en anderen vermoorden die hem in de weg stonden.

Paus Julius II (1503-1513)

Geboren als Giuliano della Rovere (1443-1513). Hij kreeg de bijnaam 'il terribile' (de verschrikkelijke) en is een van de bekendste renaissancepausen. Hij had zijn kerkelijke carrière te danken aan zijn oom, paus Sixtus IV. Toen zijn oom in 1471 gekozen was tot paus, benoemde hij Giuliano tot bisschop en korte tijd later al tot kardinaal.

Giuliano wilde tot elke prijs het voorbeeld van zijn oom volgen en ook paus worden. Om dat doel te bereiken, trachtte hij de andere kardinalen te overtuigen hem te kiezen tijdens de vier conclaven volgend op de dood van Sixtus IV in 1484. Zijn grootste tegenstander was de Spaanse kardinaal Rodrigo de Borja y Borja, beter bekend als Rodrigo Borgia, die in 1492 tot paus Alexander VI gekozen werd. Door simonie, werd Giuliano uiteindelijk eind oktober 1503 tot paus gekozen, als opvolger van Pius III.

Julius II was een machtswellusteling die door omkoperij (simonie) en later gebroken beloften het hoofd van de kerk werd en enkele verwanten tot kardinaal benoemde. Een van zijn drie dochters had hij van zijn maîtresse Lucrezia Borgia. Hij leidde een luxueus leven: hij kocht diamanten ter waarde van 300.000 dukaten voor zijn beide tiara's.

Met zijn door uitspattingen en geslachtsziekten verrotte lichaam stak deze zaakwaarnemer van God zich in een pantser om met zijn soldaten Perugia en Bologna met geweld in te nemen. Voortdurend voerde hij oorlogen en hij plunderde hele landstreken. Door veroveringen breidde hij de kerkelijke staat uit tot de grenzen die tot 1870 bleven. Eens zou hij gezegd hebben: "Als de sleutels van Sint Petrus niet helpen, zo helpe mijn zijn zwaard (Gilst, 2017)".

Paus Leo X (1513-1521)

Geboren als Giovanni de' Medici (1475-1521). Hij was een zoon van Lorenzo I de' Medici (il Magnifico). Hij kreeg als lid van het geslacht De' Medici een humanistische opvoeding, wat in die tijd betekende dat hij een brede opleiding in de geesteswetenschappen kreeg, en was voorbestemd voor een carrière in de kerk. Al op 13-jarige leeftijd werd hij door paus Innocentius VIII tot kardinaal benoemd. Het verhaal gaat dat Leo X een venerisch gezwel had, dat zo vreselijk stonk dat de kardinalen tijdens hun conclaaf deze man tot paus maakten om zo snel mogelijk van deze vreselijk stankbron af te zijn.

Hij deed er alles aan om zichzelf te verrijken zoals door de verkoop van ambten, benoemde tegen betaling verwanten tot kardinaal en leefde als een vorst in grote luxe. Zo beschikte hij over 683 hovelingen en enkele hofnarren, bezat een privédierentuin met exotische dieren. De hoererij bloeide op aan zijn pauselijk hof zoals ook het gebruik van kansspelen waarbij enorme vermogens werden ingezet. Als liefhebber van het goede leven organiseerde hij grote feesten en extravagante eet- en drinkgelagen.

Enkele kardinalen zagen dit gedrag met lede ogen aan en probeerden hem door vergiftiging om het leven te brengen, hetgeen mislukte. Leo X was ook een fervent jager en hij leed aan obesitas en moest meestal ondersteund door twee dienaren zich voortslepen. De broodnodige hervorming van de kerkelijke instituties verwaarloosde hij. Om zijn financiële tekorten aan te vullen ging hij aflaten verkopen, naar het voorbeeld van de Duitse monnik Johann Tetzel. Deze paus voerde in 1515 de boekencensuur in die eeuwen zou blijven gelden. Leo X liet zijn opvolger met miljoenen schulden zitten.

Paus Paulus III (1534-1549)

Geboren als Alessandro Farnese (1468-1549). Hij werd geboren in Canino, Toscane. Zijn opleiding, gedeeltelijk verzorgd door Pomponius Laetus, genoot hij in Rome en aan het hof van Lorenzo de' Medici in Florence. Reeds op 25-jarige leeftijd, in 1493, werd hij benoemd tot kardinaal alhoewel hij nog leek was en 16 jaar later, in 1509, had hij het al tot bisschop van Parma gebracht. Na de dood van Clemens VII werd hij in 1534 verkozen tot paus. In die periode had hij ook een maîtresse, die hem drie zoons en een dochter schonk.

Paulus vergiftigde zijn eigen moeder en zuster. Een uitspraak van hem is: 'Wij vertegenwoordigen Hem, die op bewonderenswaardige wijze alles in beweging houdt: Wij zijn geplaatst op de zetel der gerechtigheid en hebben het uitsluitend oppergezag over alle koningen en vorsten op de gehele aarde.' Ook deze paus zag zichzelf volgens het goddelijke recht de hoogste gezagdrager en leider van de katholieke staten en had daarom ook het recht katholieke vorsten die hun macht misbruikten, ter verantwoording te roepen, te straffen en eventueel af te zetten. Een sterk staaltje van nepotisme was zijn benoeming van zijn kleinzonen Alessandro Farnese (14 jaar) en Ascanio Sforza (16 jaar) tot kardinaal.

Verder zorgde hij er ook voor dat andere familieleden ruim aan hun trekken kwamen door hun gunstige banen te geven. Paulus hield van jagen, stierenvechten en paardenrennen en van exotische feesten in het Vaticaan. In 1542 richtte Paulus III de centrale Romeinse Inquisitie op, de Congregatio Romanae et Universalis Inquisitionis, bestaande uit zes kardinalen. Hierdoor werd de Inquisitie van de gehele wereld gecentraliseerd.

Niet lang hiervoor, in 1539, had de ascetische Spaanse priester Ignatius van Loyola een bezoek aan Rome gebracht waar hij grote indruk maakte met zijn geloofsijver. In 1534 had hij samen met een aantal andere studenten in Parijs de Sociëteit van Jezus opgericht, beter bekend onder de naam jezuïeten. In 1540 keurde paus Paulus III deze sociëteit goed, door middel van de bul Regimini militantis ecclesiae (= 'Voor het bestuur van een strijdbare kerk').

Paus Julius III (1550-1555)

Geboren als Giovanni Maria del Monte (1487-1555). Na zijn studies rechten aan de universiteiten van Perugia en Siena werd hij onderwezen in de theologie door de dominicaan Ambrosius Catharius. In 1513 werd Giovanni aartsbisschop van Manfredonia. In 1521 werd hij tevens bisschop van Pavia. Hij werd tot kar-dinaal gecreëerd door paus Paulus III in 1536. In 1543 volgde zijn verheffing tot kardinaal-bisschop van het suburbicair bisdom Palestrina. Als voorzitter opende hij in 1545 het Concilie van Trente.

De voordien bekende en gewaardeerde eigenschappen van Julius III als effectieve en waardevolle diplomaat verdwenen vrij spoedig na zijn aantreden. Hij heropende nog wel het Concilie van Trente in 1551, dat echter in 1552 alweer geschorst werd. Paus Julius III leed een teruggetrokken bestaan en verliet niet vaak zijn paleis. Hij hield zich vooral bezig met persoonlijke pleziertjes en vriendjespolitiek zoals nepotisme en was absoluut niet geïnteresseerd in politieke zaken. Julius III adopteerde een jonge bedelaar uit Parma: Innocenzo Ciocchi Del Monte. De relatie tussen Julius en Innocenzo ging erg ver. Er zijn verhalen dat Julius regelmatig seks had met de jonge man. Innocenzo is overigens geen lieverdje. Hij werd zonder degelijke opleiding benoemd tot kardinaal. Natuurlijk met dank aan zijn stiefvader Julius III. Innocenzo vermoorde in 1560 twee mannen die kwaad over hem spraken. In 1567 werd hij beschuldigd van verkrachting en kwam hij in de gevangenis terecht.

Paus Paulus IV (1555-1559)

Geboren als Giovanni Pietro Carafa (1476-1559), volgde Julius III als paus op. Hij werd bisschop van Chieti. Met de heilige Gaetano van Thiene richtte hij in 1524 de orde der Theatijnen op. Deze orde dankt haar naam aan de Latijnse benaming voor Chieti, Theate. Paus Paulus III verhief hem tot kardinaal en schakelde hem in bij de Inquisitie. Hij stelde in die hoedanigheid de Index van verboden boeken in.

Van 1549 tot 1555 was hij aartsbisschop van Napels. Hij weigerde het Concilie van Trente te heropenen. In 1559 kondigde hij een nieuwe indeling van de bisdommen af voor de Habsburgse Nederlanden met de bul Super universas. Verder gaf hij de opdracht aan Daniele da Volterra, die sindsdien spottend 'il braghettone' (de broekenmaker) wordt genoemd, de naakte figuren uit 'Het Laatste Oordeel' van Michelangelo van schaamlappen te voorzien.

"In 1559 verscheen de eerste uitgave van de Index librorum prohibitorum (lijst van verboden boeken), opgesteld met gebruikmaking van reeds bestaande lijsten onder deze paus, de man die zich noemde naar de apostel die aan het begin staat van de boekverbranding door christenen en van de geschiedenis van de kerk, de instelling die altijd de mensen in onwetendheid heeft willen houden (Gilst, 2013)." Paus Paulus IV zag het lezen van de verboden boeken van de Index als een doodzonde.

"Deze paus Paulus IV liet als Jodenhater alle exemplaren van de Talmoed die te bemachtigen waren, in het openbaar verbranden; in 1559 vaardigde hij de bul Cum nimis absurdum tegen de Joden uit: de Joden die in de kerkelijke staat woonden, dwong hij tot het dragen van gele hoeden en hij verbood hun grondbezit en academische beroepen (Gilst, 2013)."

Paus Paulus IV die als kardinaal Carafa aan het hoofd had gestaan van de Romeinse Inquisitie en ketters meedogenloos had laten vervolgen, verklaarde dat zijn macht onbeperkt was; wie het tegendeel beweert maakt zich schuldig aan ketterij. "Toen hij nog kardinaal was, zou hij hebben beweerd: 'Was mijn eigen vader een ketter, dan zou ik persoonlijk het hout verzame-len om hem te verbranden' (Gilst, 2013)."

"Hij liet vrouwen niet toe tot het Vaticaan en strafte zijn kardinalen met stokslagen. Toen bekend werd dat hij was gestorven, jubelde het volk in Rome, stak het Inquisitiepaleis in brand en wierp zijn standbeeld omver (Gilst, 2013)." Weer zo'n geliefde herder van de katholieke kerk die zo intens gehaat werd.

Paus Gregorius XIII (1572-1585)

Geboren als Ugo Buoncompagni (1502-1585).. Gregorius studeerde canoniek en civiel recht aan de Universiteit van Bologna en werd daar vervolgens docent. Tot zijn leerlingen behoorden onder andere Alessandro Farnese en Reginald Pole. In 1539 vertrok hij naar Rome en werd door paus Paulus III benoemd tot rechter en kreeg daarnaast enkele andere functies.

Zes jaar later werd hij als jurist afgevaardigd naar het Concilie van Trente (1545-1563). Na zijn terugkeer vervulde hij diverse posten in de cura onder paus Julius III (1550-1555), die hem in 1555 benoemde tot prelegaat voor de Campagna. In 1558 werd hij benoemd tot bisschop van Viesti en werd hij tot priester gewijd. Een jaar later stuurde Pius IV hem als zijn afgevaardigde naar het Concilie van Trente. Daar bleef hij tot de afronding van het concilie in 1563.

Na terugkeer in Rome werd hij in 1564 benoemd tot kardinaal van San Sisto. In hetzelfde jaar werd hij als legaat naar Spanje gestuurd om onderzoek te doen naar de aartsbisschop van Toledo. Deze was door de Inquisitie gevangen genomen op beschuldiging van ketterij. Tijdens het onderzoek, dat twee jaar duurde, volgde een nieuwe benoeming: die van secretaris van de apostolische brieven. Na de dood van paus Pius V werd hij gekozen tot paus en nam hij de naam Gregorius XIII aan. Gregorius XIII keerde zich in 1581 tegen de godslastering van de Joden. "Hij stelde in zijn bul In coena Domini de protestanten op één lijn met zowel zeerovers als misdadigers (Gilst, 2017)."

De Bartholomeusnacht of (Parijse) bloedbruiloft was een massale moordpartij op hugenoten (Franse protestanten onder wie admiraal de Coligny) die te Parijs plaatsvond in de nacht van 23 op 24 augustus 1572. In de loop van de daaropvolgende maanden verspreidde zich een golf van geweld over heel Frankrijk, waarbij uiteindelijk tussen de 5.000 en 30.000 hugenoten de dood zouden vinden. Na afloop van de Bartholomeusnacht beval paus Gregorius XIII het Te Deum te zingen en een triomfpenning te slaan. De schilder Giorgio Vasari kreeg de opdracht om drie wandschilderingen te maken in het Pauselijk Paleis, in de Sala Regia, als eerbewijs voor de gebeurtenissen in Parijs. Op 11 september 1572 werd op instigatie van de paus een plechtige mis gehouden ter herdenking van de overwinning bij Lepanto en de moord op De Coligny.

Paus Gregorius XVI (1831-1846)

Geboren als Bartolomeo Alberto Cappellari (1765-1846). Hij werd in 1787 tot priester gewijd. In 1799 publiceerde hij II Trionfo della Santa Sede, waarin hij de jansenisten veroordeelde. Cappellari werd in 1800 lid van de academie van het katholieke geloof, waarvoor hij een aantal theologische en filosofische stukken schreef. Hij werd abt van de Romeinse abdij San Gregorio in Celio in 1805.

Toen Pius VII in 1814 in ere hersteld werd, werd Cappellari benoemd tot raadsman van de Inquisitie, prefect van de propaganda en controleur van de bisschoppen. Door paus Leo XII werd hij in 1825 tot kardinaal verheven. Aanvankelijk was dat in pectore, maar een jaar later werd zijn naam wereldkundig gemaakt. Cappellari werd vervolgens naar de Nederlanden gezonden om een concordaat aangaande de katholieken van België en de protestanten van Nederland te bewerkstelligen. Op 2 februari 1831 kozen de kardinalen hem na zesenveertig dagen als de nieuwe paus en hij nam de naam Gregorius XVI aan.

"Hij schreef in zijn bul van 1844: 'Wij hebben besloten elk Bijbelgenootschap met apostolische autoriteit te verdoemen.' (Gilst, 2017)." "Paus Gregorius dacht als zijn voorgangers, veroordeelde gaslicht en spoorwegen en kantte zich tegen elke vorm van democratie zoals de vrijheid van meningsuiting die inhoudt dat men ook meningen moet gedogen die men afwijst. Op 15 augustus 1832 verklaarde hij in zijn bul Mirari vos de oorlog aan de gewetens-, godsdienst- en persvrijheid. Hij verwekte bij de vrouw van zijn barbier zeven kinderen (Gilst, 2017)." "Van Gregorius is bekend dat hij 100.000 gulden voor een heiligverklaring rekende.

Door legaten kwamen zowel de kerk als de zelfstandige kloosterorden in het bezit van veel onroerende goederen ook buiten Italië (Gilst, 2017)." Gregorius kwam met ideeën die door zijn opvolger, paus Pius IX, werden uitgewerkt in de encyclieken Quanta Cura en Syllabus Errorum, waarin verschillende opvattingen over politiek en wetenschap, zoals het pantheïsme, het naturalisme, het rationalisme, het indifferentisme, het socialisme en het liberalisme, werden veroordeeld Toen Gregorius in 1846 stierf liet hij grote schulden na aan de katholieke kerk: hij had opdracht gegeven tot de bouw van vele nieuwe kerken en andere bouwkundige projecten.

Paus Pius IX (1846-1878)


Geboren als Giovanni Maria Mastai-Ferretti (1792-1878), bekleedde dit ambt van 1846 tot 1878, en geldt daarmee na Petrus (35 jaar) als de langstzittende paus. Onder Pius IX kwam een einde aan de wereldlijke macht van de paus, waar bij de katholieke kerk het bestuur over de gehele kerkelijke staat, inclusief de stad Rome, kwijtraakte aan het in 1861 ontstane koninkrijk Italië. Vanaf 1870 beschouwde Pius zich als de gevangene van het Vaticaan en zou hij elke samenwerking met de Italiaanse staat afwijzen.

In 1854 kondigde Pius IX het dogma van de Onbevlekte Ontvangenis van Maria af. Als hoofd van de Kerk riep Pius het Vaticaans Concilie (1869-1870) bijeen, waarop de onfeilbaarheid van de paus als dogma werd goedgekeurd. Tijdens zijn lange pontificaat werden 206 nieuwe bisdommen of vicariaten opgericht. In 2000 werd Pius IX door paus Johannes Paulus II zaligverklaard. Dit lokte kritiek uit, vooral van Joodse zijde, aangezien zijn houding ten opzichte van de Joden niet onomstreden was.

Op basis van zijn ideeën over het bestuur van de kerkelijke staat mocht Pius IX dan aan-vankelijk als liberaal gezien worden, op het gebied van geloofszaken en pauselijke autoriteit bleef het dogmatische en conservatieve gedachtegoed gehandhaafd, zoals bleek uit zijn eerste encycliek Qui Pluribus van 9 november 1846, waarin hij stelling nam tegen modernistische ideeën en waarschuwde tegen sektarische genootschappen die de positie van de Heilige Stoel en het katholieke geloof trachtten te ondermijnen. Deze strijd tegen vernieuwingen zou na 1850 alleen maar toenemen en in 1864 resulteren in de uitvaardiging van de encycliek Quanta Cura, waarin Pius IX onder meer de vrijheid van meningsuiting en gods-dienstvrijheid scherp veroordeelde.

"In 1850 noemde paus Pius IX de Bijbel in de moedertaal 'vergiftigde lectuur' (Gilst, 2017)." Pius IX was blij met het boek dat Daudet publiceerde in 1870, een boek met een duidelijk anti-Joodse strekking. Deze heilige paus noemde zichzelf (zoals Jezus eerder) 'de weg, de waarheid en het leven' (aanmatigend megalomaan). Hij zorgde tevens voor de heiligverklaring van Petrus Arbus van Epipa, een zeer geslaagd inquisiteur, die vele duizenden ketters liet martelen en executeren. Pius IX hield zich ook bezig met dogma van Maria's onbevlekte ontvangenis en zei tegen een kreupele: 'Sta op en loop!'. Hij dacht even Jezus Christus te zijn maar de plotselinge genezing van de kreupele bleef helaas uit.